Zwartewaal – Gögsal Jalinkiliç (41) stelt dat de spanningen tussen autochtonen en allochtonen in Zwartewaal groter zijn dan dat RADAR onlangs in een rapport concludeerde. Het bureau voor gelijke behandeling maakt geen melding van de brandstichting bij zijn moeder.
In het rapport staat dat buurtgenoten een paar jaar geleden een gezin uit voormalig Joegoslavië en Somalië zouden hebben weggepest. Gögsal Jalinkiliç, geboren en getogen in Zwartewaal, is het met RADAR eens dat buitenlanders heel moeilijk een ‘plekje’ in deze gesloten gemeenschap vinden. Hij geeft aan dat de situatie nog erger is; in de nacht van 12 op 13 juni 2008 is in de achtertuin van zijn moeder een tuinstoel in brand gestoken.
Jalinkiliç spreekt van een ‘doelgerichte aanslag.’ Al voor de brandstichting had het Turkse gezin volgens hem last van pesterijen. ‘Zo lang je niet lid bent van de tennis of van de voetbal hoor je er niet bij. Je wordt beschouwd als ‘raar en vreemd’.’ Hij vermoedt dat de‘generatiekloof’ de oorzaak is. Zelf is hij naar eigen zeggen overdag vanwege het werk weg en heeft er hier daardoor geen last meer van. Over de houding van de overheidsinstanties is de Zwartewaler ronduit kritisch, omdat de gemeente en politie weinig tot geen actie hebben ondernomen om de spanningen te verminderen.
De gemeente laat weten niet van de brandstichting en pesterijen richting het gezin op de hoogte te zijn. ‘Destijds heeft politie een buurtonderzoek gedaan en nazorg gepleegd. Hier zijn verder geen bijzonderheden uit voort gekomen. Het gezin heeft overigens in 2008 geen melding bij RADAR gedaan. Ze hebben nu pas contact met RADAR opgenomen.’
De gemeente probeert polarisatie te verminderen door onder andere met de woningcorporatie te kijken naar spreidingsmogelijkheden bij het plaatsen van vluchtelingen, buurtbemiddeling met een mediator en de inzet van sportverenigingen.